Gedrag

Meer of minder…..

by Wim Bielderman on 1 mei 2023 Reacties uitgeschakeld voor Meer of minder…..

Opiniestuk over labels en passend onderwijs

Heb jij toevallig een modaal brein? Je weet wel, zo’n brein waar er de meeste van zijn? Oftewel een gemiddeld brein? Ja? Wat fijn! Wat handig! Maar wat als je nu geen modaal brein hebt, maar zo’n brein dat net wat anders is dan de meeste; een niet-gemiddeld brein? Wat dan? Ben je dan niet goed? Heb je dan een stoornis? Moet je dan een label?

Voorstel

Ik stel voor dat we afstappen van het idee dat het veelvoorkomende brein het enig juiste is.
Beschouw het bijvoorbeeld net als onze handen. Die zijn er in allerlei vormen: kort en breed, lang en slank of formaat ‘kolenschop’. Met uitstekende fijne motoriek, of haperend. Misschien niet handig, maar het betekent niet gelijk dat je een handicap of stoornis hebt.

GEMIDDELDE

Betekenis: halverwege tussen twee uitersten, wat veel voorkomt.

Laten we de diversiteit van onze breinen dus normaliseren en het niet-gemiddelde brein beschouwen als een gewoon brein. Net zoals we de verscheidenheid van handen en hun functioneren ook zien als normaal. Tenzij er echt iets aan hapert: een gebroken vinger, een aantoonbaar niet-goed werkend brein.

Moeten de labels die we bedacht hebben voor deze neurodiverse breinen dan allemaal overboord? Kieperen we ADHD, Dyslexie, ODD, Autisme, HSP, ADD en DCD zo de prullenbak in? Dat is het andere uiterste, maar we kunnen binnen het onderwijs misschien wel wat spaarzamer omgaan met deze termen. Niet afschaffen dus, maar bewuster gebruiken: alleen als de situatie er echt om vraagt naar een label grijpen.

Wat dan wel?

Het is te simpel om te zeggen dat we het aantal labels in de klas naar beneden moeten brengen en neurodiversiteit moeten omarmen. Het gaat hier immers wel om jongeren die voor echte uitdagingen komen te staan tijdens hun ontwikkelingen. Die uitdagingen zijn voor iedereen, voor elk brein anders.
Om jongeren met al hun breinvarianten optimaal in hun ontwikkeling te kunnen ondersteunen is kennis nodig! Over gedrag, over prikkelverwerking, over de basale werking van het brein, trauma, stress, kwaliteiten, voorkeuren en coping strategieën. Kortom, kennis over pedagogische en psychologische thema’s.
Moeten alle leerkrachten en docenten dan halve wetenschappers worden? Zeker niet! Maar het helpt wel enorm als je elementaire kennis over deze thema’s hebt, en dit kunt toepassen.

Wat is dan het voordeel?

Heb je die kennis in huis, dan kunnen vervolgens al je leerlingen ervan profiteren! Niet alleen degenen die in ‘het oude systeem’ misschien een label hadden gekregen, of net niet, of verschillende labels, maar ook de gemiddelde leerlingen hebben er voordeel van als jij als leerkracht of docent meer pedagogische en psychologische kennis in huis hebt.

Waar halen we deze kennis vandaan?

Die kennis is eenvoudig op te halen bij een organisatie als Ontwikkeltaal.nl
Dit landelijk platform heeft deze kennis toegankelijk gemaakt voor het onderwijs en biedt trainingen, coaching en ondersteunende materialen voor onderwijsprofessionals aan. Zo kun je onderwijs echt passend laten zijn, voor iedereen!

read more
Wim BieldermanMeer of minder…..

Het scholingsaanbod voor 2023-2024 staat online

by Wim Bielderman on 2 januari 2023 Reacties uitgeschakeld voor Het scholingsaanbod voor 2023-2024 staat online

Dé perfecte fundering voor alle gangbare sociaal emotionele methoden!

Ontwikkeltaal.nl

Ontwikkeltaal.nl is een landelijk kennisplatform voor het onderwijs dat met trainingen, trajecten en coaching in de eigen onderwijspraktijk de leraar ondersteunt in de pedagogische kant van zijn onderwijs: het realiseren van een ontwikkelgericht klimaat in de klas waarbinnen een hoge mate van welbevinden wordt ervaren.

Naast aandacht voor de didactische vaardigheden van onderwijsprofessionals is er er terecht steeds meer expliciete aandacht voor de pedagogische vaardigheden. Ontwikkeltaal is de perfecte pedagogische fundering hiervoor. De complete inhoud van de toolset van Ontwikkeltaal.nl is het best te omschrijven als een goed gevulde en georganiseerde gereedschapskist voor leraren; met infographics, denkkaders en een helpende woordenschat ten behoeve van de benadering van Gedrag, Welbevinden en het Klimaat in de klas.

read more
Wim BieldermanHet scholingsaanbod voor 2023-2024 staat online

NieuwetijdsGedrag binnen het onderwijs

by Wim Bielderman on 18 januari 2022 Reacties uitgeschakeld voor NieuwetijdsGedrag binnen het onderwijs

Het lijkt wel of ons gedrag steeds gekker, extremer, polariserender wordt.  Tegelijkertijd lijken de jeugdigen onder ons zich onafhankelijker, origineler en intuïtiever te gedragen.  Dit NieuwetijdsGedrag zien we niet alleen terug in onze maatschappij maar ook binnen het onderwijs. De hoogste tijd om meer zicht op dit ‘nieuwe gedrag’ te krijgen, zodat dit passend benaderd kan worden.

Gedrag in de onderwijspraktijk

Het gedrag dat je in de gehele maatschappij ziet, komen leraren in hun klassen en in de teamkamer tegen. School is immers de maatschappij in het klein. De uitdagingen waarvoor onderwijsprofessionals komen te staan zijn in de basis dan ook dezelfde als waarvoor een politieagente, een verpleger of een gemeenteambtenaar komt te staan.

Vroeger was alles beter?

De heimwee naar vroeger is van alle tijden: ‘vroeger was alles beter’. Als we het echter over ons gedrag hebben dan is het waarschijnlijk reëler en eerlijker om NieuwetijdsGedrag niet weg te zetten als slechter, maar als anders, als nieuw gedrag van deze tijd. Ons gedrag, het gedrag in de school is niet meer wat het was, het is veranderd.
Waar vroeger een meer autoritaire en directe resultaatgerichte houding als leraar erg effectief kon zijn, is dat nu duidelijk niet meer het geval. NieuwetijdsGedrag vraagt van iedereen, dus ook van de onderwijsprofessionals, een andere benadering. Dit gegeven is niet nieuw; de paradigmaverschuiving met betrekking tot gedrag is al geruime tijd aan de gang.

De positieve kanten van NieuwetijdsGedrag

NieuwetijdsGedrag heeft positieve kanten. Met de juiste benadering kunnen deze naar voren komen en versterkt worden. Hiervoor is een affectieve en effectieve benadering gewenst, die ontwikkelkrachten zoals zelfvertrouwen, zelfinzicht, doelgerichtheid en veerkracht bij alle betrokkenen in de school verstevigt. Stel je eens voor dat je deze kwaliteiten bij iedereen [leerlingen, leraren, directie, enz.] zou kunnen vergroten. Wat voor een effect zou dat hebben op ons gedrag?

Tools voor het NieuwetijdsGedrag

Om die affectieve en effectieve benadering van NieuwetijdsGedrag te realiseren bestaat er niet één makkelijk trucje. De oplossing is te vinden in een gelaagde kijk op en benadering van het gedrag. Het vraagt om proactief handelen; het positief beïnvloeden van het NieuwetijdsGedrag en tegelijkertijd om reactief handelen; het reguleren van eventuele gedragsexcessen van dat moment.

Voor het gedrag kijken | 3G-model #proactiefhandelen

Als we terugkerend gedrag willen begrijpen is het onvermijdelijk dat we ook ‘voor’ dat gedrag kijken. Gedrag is namelijk niets meer dan een uitkomst. Een uitkomst van een situatie: het gevoel en de gedachten van degene die het gedrag vertoont. Als je alleen maar naar de uitkomst [het gedrag] kijkt, dan ga je voorbij aan de oorsprong van het gedrag en aan potentieel handelingsperspectief voor jezelf. Verander je de situatie, het gevoel en de gedachten, dan verander je ook de uitkomst: het gedrag.

Om zo’n situatie positief te kunnen veranderen hebben we van deze deelgebieden voor het gedrag meer kennis en praktische tools nodig; onze woordenschat moet worden aangevuld met meer nieuwe woorden.

Onze prikkelverwerking en het Brein

De oorsprong van ons gevoel en onze gedachten vinden we in het centrale zenuwstelsel en ons brein. De manier waarop binnenkomende prikkels door ieder van ons ervaren worden is heel verschillend. Op basis daarvan ontstaat ons gevoel. Ons gevoel is de hofleverancier van onze gedachten en onze gedachten zijn op hun beurt weer de grondleggers van ons gedrag: de uitkomst van de situatie. Die uitkomst kan dus voor elk individu totaal anders zijn.

Als het over gedrag gaat heeft ons brein, als je uitzoomt, twee standen waarin het functioneert.

Het Gewoontemagazijn

Gedrag kan ontstaan vanuit het Gewoontemagazijn: dan staat jouw brein in de automatische-modus. Gedrag ontstaat dan zonder dat je daar bewust over nadenkt. Toch denkt jouw brein op de achtergrond er wel over na. Hoe doet het brein dat dan? Het werkt op basis van jouw ervaringen, overtuigingen en gewoonten helemaal zelfstandig. In de automatische-modus denk je wat je altijd dacht en doe je dus wat je altijd deed.

De Onderzoekskamer

Gedrag kan ook ontstaan vanuit de Onderzoekskamer.

Je brein staat dan in de aandachtsmodus. Gedrag ontstaat dan doordat je er bewust over nadenkt. Als jouw brein in deze modus staat maak je bewuste keuzes. Deze modus kost ongelofelijk veel mentale energie; het is dus maar goed dat we ook de automatische-modus tot onze beschikking hebben.

Optimaal functioneren

Je zet het potentieel van jouw brein optimaal in als je de verschillende standen met elkaar afwisselt, afhankelijk van de breintaak die je te volbrengen hebt. Je leunt dan waar het kan op het Gewoontemagazijn [kost weinig moeite], maar als het handig is dat er een bewuste keuze gemaakt wordt, dan raadpleeg je de Onderzoekskamer [kost moeite].

Fijn, maar wat kan ik daar praktisch mee?

Als je weet vanuit welke modus ongepast gedrag ontstaat kun je dit gedrag sturen door de voor die situatie gewenste modus te activeren. Ongepast gedag vanuit het Gewoontemagazijn stuur je bij door goede denkvragen te stellen. Hiermee activeer je de Onderzoekskamer. Indien ongewenst gedrag vanuit de Onderzoekskamer is ontstaan kun je beter doe-opdrachten geven.

Kennis over het brein, en de bijbehorende woordenschat om het functioneren van ervan te duiden, helpt ons dus om onszelf en de ander beter te begrijpen; om beter ‘voor’ het gedrag te kunnen kijken.

Heb je deze kennis en denk je in deze terminologie, dan levert jou dat direct handelingsperspectief op!

Het antwoord op gedrag van nu!

ontwikkeltaal.nl

De Roos van Leary XL #reactiefhandelen

Met alleen ‘voor’ het gedrag kijken zijn we er niet. Soms ontbreekt de tijd daarvoor; op die momenten moet je als leraar gewoonweg handelen. Maar dat wil niet zeggen dat we op die momenten van reactief handelen erop kunnen vertrouwen dat onze instinctieve reactie ook de juiste is. Om tot inzicht in helpende interactie te komen is daarom de welbekende Roos van Leary doorontwikkeld naar de Roos van Leary XL.

De Roos geeft richting aan helpende interactie voor alle soorten van gedrag. Daarbij is de helpende houding regelmatig exact het tegenovergestelde van de houding die jij als leraar instinctief aan zou nemen.

In de Roos van Leary XL worden de relaties tussen verschillende houdingen weergegeven.

Een voorbeeld:

De klas is opstandig en de leraar reageert streng [of andersom]. Als je te streng bent, kom je als leraar in de relatie met de klas in een negatieve spiraal terecht.  De klas is opstandig, jij reageert streng, de klas wordt opstandiger, jij reageert nog strenger, de klas wordt nog opstandiger, enz., enz.
Dit is een overdrijving van de relatie ‘Streng & Opstand’, die veel voorkomt; je belandt in een negatieve spiraal.

Wil je deze negatieve spiraal ombuigen, dan kan vanuit de Roos de effectieve benadering worden afgelezen. Je komt dan als leraar vanuit een leidende basishouding en met het inzetten van de kwaliteiten begrip en zorgzaamheid tot afstemming met je klas. Omdenken dus!

Relatieparen zoals Streng & Opstand zijn in beginsel niet erg of schadelijk, maar als je ze overdrijft, te stevig inzet, worden ze dat wel! Naast het relatiepaar Streng & Opstand zijn er ook nog de relatieparen Bepaal & Gehoorzaam, Helpen & Zorgen en Leid & Volg. Bij elk relatiepaar hoort een eigen helpende benadering.

De ToolSet voor gedrag en welbevinden in de klas.

De placemat over Het Brein en de Roos van Leary XL zijn onderdeel van een complete toolset om een passende en effectieve benadering van NieuwetijdsGedrag te realiseren.

De complete inhoud van de toolset van Ontwikkeltaal.nl is het best te omschrijven als een goed gevulde en georganiseerde gereedschapskist voor leraren; met infographics, denkkaders en een helpende woordenschat ten behoeve van de benadering van Gedrag, Welbevinden en het Pedagogische Klimaat in de klas.

De preventieve en reactieve ToolSet die elke leraar in Nederland binnen handbereik zou moeten hebben!

Bekijk voor meer informatie, trainingen en coaching ontwikkeltaal.nl

Contact Vrijblijvend kennismakingsgesprek aanvragen
read more
Wim BieldermanNieuwetijdsGedrag binnen het onderwijs

CopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

by Wim Bielderman on 3 juni 2021 Reacties uitgeschakeld voor CopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

De term ‘Coping’ komt van het Engelse werkwoord ‘to cope with’. Dat betekent zoveel als ‘kunnen omgaan met’. Alles wat we met ons brein of onze emotie(s) doen om met een probleem of stress om te kunnen gaan, of omdat we die  problemen willen omzeilen, heet een CopingStrategie. Er zijn actieve, passieve en preventieve CopingStrategieën.

Passieve CopingStrategieën

Met een passieve strategie pak je het probleem niet aan, maar schuif je het voor je uit. Deze strategie zorgt er vaak voor dat je later op een ander gebied ook problemen krijgt. Voorbeelden ervan zijn het wegduiken in eten, alcohol, drugs, winkelen, de digitale wereld, je eigen denkwereld, je eigen gevoelswereld, extreem veel sporten of extreem…….. Maar ook het ontkennen, weglachen of vermijden van problemen, de schuld ervan bij een ander leggen, overmatig piekeren of overmatig veel zorgen maken. Door het hanteren van een passieve strategie probeer je voor jezelf en anderen te ontkennen dat er problemen zijn. Je ‘steekt je kop in het zand’ en hoopt dat het probleem zich vanzelf weer oplost.

Met een passieve CopingStrategie zorg je ervoor dat het 3G-model uit balans blijft.

Actieve CopingStrategieën

Met een actieve strategie pak je het probleem aan. Je zoekt bijvoorbeeld naar oplossingen, anticipeert op het probleem, vraagt om hulp, accepteert de situatie, probeert naast de negatieve ook de positieve kant te zien, stelt doelen en maakt plannen, zet het probleem in het juiste perspectief [helikopterview], hanteert realistische verwachtingen en benadert het probleem vanuit zelfcompassie.

Met een actieve CopingStrategie zorg je ervoor dat het 3G-model meer in balans komt.

Preventieve Strategieën

Met een preventieve strategie ben je problemen voor. Je voorkomt ze, nog voordat ze er zijn. Preventieve strategieën zorgen voor meer balans in je leven
en dragen bij aan meer veerkracht. Bijvoorbeeld door tijd te besteden aan hobby’s, muziek, ontspanning, gezond eten, zelfontwikkeling, zingeving, het doen van leuke dingen, lichaamsbeweging, dierbare mensen. Assertiviteit, het opkomen voor jezelf, helpt daarbij. Durf jij, of durft de ander gevoelens eerlijk te uiten en grenzen aan te geven? Als dat lastig is, is het misschien verstandig om het aan te leren en ermee te oefenen.

Met een preventieve strategie zorg je ervoor dat het 3G-model veerkrachtiger wordt.

Het AlsDanPlan #gewoontepaadjes

Het AlsDanPlan is een effectief hulpmiddel om van een helpende actieve of preventieve CopingStrategie een nieuwe gewoonte te maken. Zo leg je als het ware een nieuw gewoontepaadje van de nieuwe helpende strategie aan in je brein.

Als situatie x gebeurt, dan zal ik y doen

We hebben de meest gebruikte CopingStrategieën verzameld en bijeengebracht op een menukaart. De leerling kan die strategie(ën) uitkiezen die helpend zijn voor hem of haar op moeilijke momenten. De menukaart CopingStrategieën is te vinden via: https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van gedrag, welbevinden, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanCopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

De kracht van elementair gedrag

by Wim Bielderman on 4 februari 2021 Reacties uitgeschakeld voor De kracht van elementair gedrag

We leven in een maatschappij waar we ongelofelijk veel kennis en digitale middelen tot onze beschikking hebben. Door die kennis en wetenschappelijke onderzoeken worden onze inzichten vrijwel dagelijks aangevuld. Dat geldt ook voor ons inzicht in gedrag van onze leerlingen, van onszelf en in de klas. Dat heeft echter een keerzijde. We verdwalen in een kennisoerwoud, juist door die enorme hoeveelheid beschikbare kennis. We zijn de basis van gedrag uit het oog verloren. In dit artikel gaan we daarom juist op zoek naar die basis van gedrag en terug naar de kracht van elementair gedrag.

De werking van ons brein

Al ons gedrag kent zijn oorsprong in ons brein. Vanuit het brein wordt ons gedrag aangestuurd. Hoe ziet dat er dan fysiologisch uit? Als je iets voor het eerst doet, als je voor de eerste keer bepaald gedrag vertoont, dan wordt er in jouw hersenen een verbinding aangemaakt tussen hersencellen. Deze verbinding is erg fragiel. Zou je het gedrag nooit meer vertonen, dan verdwijnt deze summiere verbinding zelfs in de loop van de tijd. Maar wanneer je het gedrag wel herhaalt, versterk je elke keer dat je dat doet de aangelegde verbinding tussen deze hersencellen. Wat eerst een fragiele verbinding was, wordt na vele malen herhalen van het gedrag een degelijke verbinding in de hersenen. Zelfs zo stevig dat je het gedrag kunt vertonen zonder dat het je veel energie kost. Het gaat je makkelijk af: je hebt het gedrag geautomatiseerd. Je vertoont dit gedrag nu vanuit de automatische-modus. #gewoontepaadje

Wat fijn! #efficiënt

Dat we ons gedrag kunnen automatiseren heeft zo zijn voordelen. Functioneren kost zo maar beperkt energie; heel efficiënt! Dit geldt zeker als je constructief oftewel helpend gedrag hebt geautomatiseerd. Heb je jezelf bijvoorbeeld geleerd om door te zetten en opnieuw te beginnen als iets even niet lukt, dan ondersteunt dit gewoontepaadje je ontwikkeling.

De keerzijde…

Heb je echter een gedragspatroon waarin het je gewoonte is om een ander een flinke tik te geven als je boos bent, dan werkt het geautomatiseerde gedrag, dit gewoontepaadje tegen je. Dit gedrag in de automatische-modus is niet-helpend; het belemmert je in je ontwikkeling.

Trap op, trap af gedrag

Al ons gedrag is terug te brengen tot deze twee soorten. Trap-op gedrag is constructief en helpend gedrag; trap-af gedrag is destructief en niet-helpend gedrag. Heb je in je leven veel trap-op gedrag geautomatiseerd, dan kun je terugvallen op een degelijke, helpende basis van gedragspatronen, van gewoontepaadjes..

Het geautomatiseerde trap-op gedrag werkt als het ware voor jou. Je kunt jezelf erg makkelijk ontplooien; je hoeft er weinig energie en moeite in te steken. Dat komt omdat je je het helpende gedrag ooit al eens hebt eigen gemaakt; je kunt het op de automatische piloot!

Bestaat jouw geautomatiseerde gedrag vooral uit trap-af patronen, dan werkt het andersom. De basis van je gedrag is niet helpend en werkt dan tegen je. Je saboteert jezelf als het ware doordat je gebruik maakt van destructief gedrag. Kies je toch voor trap-op gedrag, dan kost dat ongelofelijk veel energie en moeite. Het trap-op gedrag is niet geautomatiseerd; je kunt het niet ‘vanzelf’.

Gedrag + gedrag + gedrag + ….. = uitkomst

Eenvoudig gezegd komt het er dus op neer dat je met jouw gedragspatronen de uitkomst van je leven sterk beïnvloedt. Met andere woorden: loop je elke dag de trap af, dan eindig je onderaan de trap. Loop je structureel de trap op, dan stijg je tot grote hoogte!
De verantwoordelijk voor de uitkomst ligt dan ook primair bij jezelf. Jij bent verantwoordelijk voor jouw gedrag, jouw patronen, jouw gewoonten, het verwezenlijken van jouw dromen.
Jij bent ook de enige die dit kan veranderen. Wat kun je dan doen, als je een andere uitkomst wilt?

Gedrag veranderen #herbedradenvanjouwbrein

Wil je een andere uitkomst, dan is het van belang om geautomatiseerd trap-af gedrag, jouw gewoonten om te buigen naar trap-op gedrag. Geautomatiseerd gedrag dat er voor zorgt dat je trap-af keuzes maakt, leer je niet zomaar af. Alleen het voornemen om het vanaf nu anders te doen, werkt niet. De weerstand en de kracht van jouw elementaire, basis gedrag is daarvoor te groot.
Het vraagt veel inzet [moeite], inzicht en doorzettingsvermogen [energie] om de trap-af gedragsgewoonten te veranderen. Een handig hulpmiddel bij het ontwikkelen van het gewenste trap-op gedrag is het AlsDanPlan. Een AlsDanPlan kan het veranderproces concretiseren en ondersteunen.

Rewire your brain | Herbedraad jouw brein!

AlsDanPlan

Het doel van een AlsDanPlan is om de niet-helpende verbindingen in je brein te veranderen in helpende verbindingen. Met andere woorden: je vervangt het geautomatiseerde, destructieve trap-af gedrag, oude gewoontepaadje door constructief trap-op gedrag, dat je gaat automatiseren door het te herhalen. Hierdoor kun je dit helpende trap-op gedrag uiteindelijk vanuit de automatische-modus uitvoeren. #nieuwgewoontepaadje

Hiervoor gebruiken we de volgende formule:

Als situatie x gebeurt, dan zal ik y doen

In het AlsDanPLan leg je dus vast in welke situatie je welk gedrag wilt automatiseren. Daarbij maak je de situatie concreet door deze vast te leggen, met de daarbij behorende emoties en gedachten. Het gewenste nieuwe gedrag wordt omschreven inclusief eventuele hulplijnen. Deze hulplijnen kun je inschakelen om het veranderproces te ondersteunen. Voorbeelden van hulpzijnen zijn het vastleggen van helpende gedachten, hulp vragen aan een vriend of een leraar enz.

Hoe zit het dan met niet-helpende gedachten en gevoelens?

Als je niet-helpende gedachten of gevoelens wilt vervangen door helpende gedachten of gevoelens, kun je gebruik maken van dezelfde strategie. Voor gedachten en gevoelens werkt het namelijk exact hetzelfde als voor gedrag.
Je gebruikt dan de volgende formule: als situatie x gebeurt, dan zal ik y denken; of:  als situatie x gebeurt, dan zal ik y denken en z doen; of: als in mij z voel, dan zal ik y denken en z doen.

Tenslotte #samenvatting #hersenkrakers

Door te denken vanuit helpende en niet-helpende hersenverbindingen benader je gedrag vanuit de basis. Nieuw en oud onderzoek geeft ons veel inzicht in deze verbindingen in de hersenen. Onderstaande feiten gelden voor alle verbindingen in ons brein. Sommige geven stof tot nadenken….

Iets wat je vaker doet of denkt:

  • kost weinig energie #ookalshetdestructiefis
  • voelt goed en prettiger #ookalshetdestructiefis
  • doe je vanuit de automatische-modus, zonder er bewust bij na te denken #ookalshetdestructiefis

Iets wat je nog niet hebt gedaan of gedacht:

  • kost veel energie #staatontwikkelindeweg
  • voelt niet goed, niet prettig, roept verzet op #ookalshetconstructiefis
  • kun je niet vanuit de automatische-modus doen of denken; je moet er bewust mee aan de slag.

Iets wat je vaker doet of denkt voelt goed en prettiger #ookalshetdestructiefis

De kracht van elementair gedrag

Als het om gedrag gaat, zou deze elementaire wijze van denken en handelen het uitgangspunt moeten zijn. Wanneer je deze benadering vervolgens aanvult met de kennis vanuit het kennisoerwoud, werk je aan duurzame gedragsregulering en maak je optimaal gebruik van de kracht van elementair gedrag!

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanDe kracht van elementair gedrag

Prikkelverwerking | Breinologie voor leraren

by Wim Bielderman on 12 januari 2021 Reacties uitgeschakeld voor Prikkelverwerking | Breinologie voor leraren
Overprikkeling is een bekend begrip binnen het onderwijs. De tegenhanger onderprikkeling is minder bekend. Maar hoe zien de verschillende vormen van prikkelverwerking er eigenlijk precies uit? Hoe ontstaan ze? Hoe kun je hierin sturen; wat kun je doen? En, ook belangrijk, wat moet je juist niet doen?

De prikkelverwerking: iedereen is anders

De wijze waarop binnenkomende prikkels vanuit de zintuigen door het brein worden verwerkt gaat bij iedereen net iets anders. Als de verwerking heel veel anders verloopt dan bij de gemiddelde mens wordt er soms gesproken van een stoornis zoals ADHD/ADD of autisme. Prikkelverwerking verloopt echter bij niemand hetzelfde. Iedereen is uniek. Dat geldt ook voor onze prikkelverwerking.

Uit onderzoek blijkt dat ruim 30% van de leerlingen binnen het Nederlandse onderwijs op een of andere manier problemen op school ervaart door de manier waarop zij de binnenkomende prikkels verwerken.

Dat is niet alleen erg lastig voor deze leerlingen zelf, maar komt ook in meer of mindere mate tot uiting in hun gedrag en schoolprestaties.

Prikkelverwerking in hoofdlijnen

Gemiddeld genomen krijgen onze zintuigen 11.000.000 prikkels per seconde binnen. Al deze 11.000.000 prikkels worden doorgegeven aan ons brein. Laat dit even tot je doordringen: 11 MILJOEN PRIKKELS, PER SECONDE.…….

Gelukkig is ons brein op deze taak voorbereid. Maar hoe verwerkt het brein deze stortvloed aan prikkels? Het laat deze prikkels eerst filteren door ons central executive. Dat ‘zeeft’ de binnenkomende informatie en geeft vervolgens alleen de voor ons relevante prikkels door.

Gemiddeld laat het filter 0,0003 % van alle binnenkomende prikkels door.

Deze gefilterde prikkels worden doorgesluisd naar ons bewustzijn. Met andere woorden: deze prikkels nemen we bewust waar. Een deel van ons brein wordt dus voortdurend gevuld met nieuwe prikkels; gemiddeld zo’n 33 PER SECONDE!

Ons filter

Ons central executive is dus ons filter en dat werkt zeer efficiënt. Wordt jouw naam ergens genoemd? Grote kans dat deze prikkel je bewustzijn bereikt. Wordt over een schoolproject gesproken waar jij onderdeel van uitmaakt? Zeer waarschijnlijk dat deze prikkel jouw bewustzijn bereikt.
Het central executive filtert uit die 11.000.000 prikkels dus datgene, wat voor jou van belang is. Daardoor komt het ook dat mensen in een drukke treincoupe soms prima kunnen werken; ondanks de drukte komen maar weinig prikkels door het filter. Ga je in een drukke ruimte zitten, waar veel bekenden zijn en waar over projecten wordt gesproken die jou aangaan, dan kun je je minder goed concentreren. Het filter laat dan meer prikkels door omdat het deze voor jou van belang acht.

Maar we waren toch uniek?

Tot zover het verhaal over de gemiddelde mens en de gemiddelde leerling. Die bestaat overigens niet. De leerlingen die tegenover ons in de klas zitten zijn geen van allen gemiddeld; ook niet in de manier waarop zij hun prikkels verwerken. Net zo min bestaat de gemiddelde leraar of de gemiddelde mens.

Het verschilt bijvoorbeeld per persoon hoeveel procent van de prikkels door het filter wordt tegengehouden. Gemiddeld is dat 99,9997%, maar het filter is niet bij iedereen even dik en laat bij de één meer prikkels door dan bij de ander. Worden relatief meer prikkels doorgelaten, dan wordt het brein ook zwaarder belast. Bovendien: die 11.000.0000 prikkels per seconde is maar een gemiddelde. Er zijn ook situaties waarin het brein wel 36 miljoen prikkels per seconde te verwerken krijgt; bijvoorbeeld tijdens een drukke les of een leswisseling. En heeft je brein een dunner filter, dan geeft het standaard meer prikkels door aan het bewustzijn. Is jouw brein gevoeliger voor bepaalde soorten prikkels, dan raak je snel overprikkeld van bijvoorbeeld sterke geuren, harde geluiden of een onverwachte aanraking.

Als je dit weet, dan kun je je voorstellen dat voor mensen met een dunner filter sommige situaties een enorme aanslag zijn op het brein.  #overprikkeling

Bij leerlingen die last hebben van overprikkeling is in hun brein nauwelijks meer ruimte voor andere breintaken, zoals het verwerken van lesstof, werken aan een verslag of het naar behoren gedragen.

De uiterste vorm

Als het brein door overprikkeling helemaal geen ruimte meer heeft voor andere taken, treedt een noodprotocol in werking. Het brein bevriest, vlucht of gaat [soms letterlijk] in gevecht. Op die momenten is er maar één remedie: uit de situatie en ‘afkoelen’.  #ontprikkelen

Hoe kun je dit voorkomen?

Het liefst wil je dit soort situaties natuurlijk voorkomen, maar hoe?
De primaire verantwoordelijkheid voor het reguleren van de prikkelverwerking ligt bij de leerling zelf. Soms heeft een leerling echter niet genoeg zelfinzicht of voldoende hulpmiddelen tot zijn beschikking om dit helemaal zelf te realiseren. In dat geval kan laagdrempelige ondersteuning vanuit school erg effectief zijn.

Er zijn verschillende manieren om overprikkeling te voorkomen. Denk hierbij aan:

  • het op peil houden van de mentale energie door goede voeding, voldoende rust, slaap en zuurstof;
  • het verlagen van het aantal binnenkomende prikkels door de situatie aan te passen of de inzet van prikkelverlagende hulpmiddelen.

Prikkelverwerking voor gevorderden

Verschillende vormen

Het tegenovergestelde van overprikkeling is onderprikkeling. Ook dat bestaat. Als het brein te weinig geactiveerd wordt, gaat het zelf actief op zoek naar opvulling. #afleiding

Heeft de leerling iets anders aan zijn hoofd? Begrijpt een leerling de lesinhoud al na de eerste vijf minuten van de les? Is de les niet activerend genoeg? Dan gaat het brein onbewust actief op zoek naar afleiding.

Over- en onderprikkeling kennen elk twee vormen. De verschillende vormen van over- en onderprikkeling lijken soms veel op elkaar, maar vragen elk een eigen aanpak.

Overprikkeling | Prikkel-bewust

De klassieke vorm van overprikkeling is ‘prikkel-bewust’. Deze vorm van overprikkeling is goed zichtbaar aan de buitenkant. Kenmerken:

  • Opmerkzaam, gevoelig, let op details, kieskeurig;
  • Reageert geprikkeld, boos, geïrriteerd;
  • Schiet snel in het rood;
  • Kan slecht tegen grappen en als iets niet volgens de regels gaat;
  • Is star en niet flexibel;
  • Snel afgeleid, vraagt anderen stil te zijn.
Uiterste vorm: overprikkeling prikkel-bewust

Overprikkeling | Prikkel-vermijdend

Deze vorm van overprikkeling is minder goed zichtbaar aan de buitenkant. Leerlingen die hier last van hebben trekken zich een beetje terug. Kenmerken:

  • Serieus, netjes, routinematig, geordend en vasthoudend;
  • Probeert de situatie te controleren;
  • Verzet zich tegen veranderingen;
  • Vermijdt onvoorspelbare situaties;
  • Is star en niet flexibel;
  • Zoekt een rustige plek;
  • Schermt zich af voor prikkels.
Uiterste vorm: overprikkeling prikkel-vermijdend

Onderprikkeling | Prikkel-zoekend

Deze vorm van onderprikkeling is goed zichtbaar aan de buitenkant. Kenmerken:

  • Enthousiast, vrolijk, nieuwsgierig;
  • Vernieuwend en expressief;
  • Druk, wild, tikken, wiebelen en friemelen;
  • Vraagt aandacht, stelt veel vragen;
  • Praat, loopt door de klas;
  • Snel afgeleid, van de hak op de tak;
  • Ongeorganiseerd.
Uiterste vorm: onderprikkeling prikkel-zoekend

Onderprikkeling | Prikkel-onbewust

Deze klassieke vorm van onderprikkeling is ook minder goed zichtbaar aan de buitenkant. Leerlingen die hier last van hebben trekken zich ook een beetje terug. Kenmerken:

  • Onopvallend, gemakkelijk in omgang, flexibel, humor;
  • Maakt zich niet snel druk, ongeorganiseerd;
  • Dromerig, verward, onopmerkzaam;
  • Vraagt geen aandacht;
  • Lijkt afwezig, reageert niet op aanspreken;
  • Dwaalt makkelijk af;
  • Krijgt instructie niet mee, taak niet af.
Uiterste vorm: onderprikkeling prikkel-onbewust

De vormen lijken soms wel op elkaar, maar de oorsprong is verschillend. Als je niet goed weet waar je op moet letten, kun je verkeerde conclusies trekken en is een vergissing snel gemaakt.

Regelmatig wordt onderprikkeling voor overprikkeling [of andersom] aangezien. Het gevolg is dat je, met de beste bedoelingen, hulpmiddelen inzet om over- of onderprikkeling te voorkomen, maar juist een averechts effect bereikt. Zet je bij onderprikkeling bijvoorbeeld een geluiddempende koptelefoon in, dan wordt de onderprikkeling alleen maar erger. Of er wordt bij overprikkeling een wiebelkussen ingezet…. JJe kunt je voorstellen dat de inzet van deze hulpmiddelen dan niet veel goeds doet voor het welbevinden van de leerling! Daarom is het zo belangrijk dat je weet met welke vorm van over- of onderprikkeling je te maken hebt.

Poster Prikkelverwerking met informatie en hulpmiddelen


Wij hebben een poster ontwikkeld waarmee je goed zicht kunt krijgt op de verschillende vormen van prikkelverwerking en de hulpmiddelen die je daarbij effectief kunt inzetten.
De poster is te downloaden via https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/.

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanPrikkelverwerking | Breinologie voor leraren

Gedragsregulering | Triggers

by Wim Bielderman on 17 december 2020 Reacties uitgeschakeld voor Gedragsregulering | Triggers
Triggers, iedereen heeft ze! Ze zijn er in allerlei soorten en maten; van klein en onbeduidend tot heftig met grote gevolgen. Positief of negatief; helpend of niet-helpend. Als je getriggerd wordt, zijn jouw beleving van de situatie en jouw reactie daarop niet passend bij de reële situatie. In dit artikel gaan we in op enkele achtergronden van niet-helpende triggers.

Emoties en gevoelens

Emoties vullen ons gevoelsleven. Emoties zorgen voor verbinding. Emoties laten ons soms stijgen tot grote hoogte en op andere momenten afdalen naar diepe dalen. Emoties laten ons beleven, emoties geven ons het gevoel te leven!
Emoties voegen bovendien een extra dimensie toe aan de realiteit, die we soms anders ervaren dan dat deze werkelijk is. Duiken we in emotie,  dan wordt de werkelijkheid intenser ervaren.

Daarnaast zijn emoties ook nog eens gigantisch besmettelijk, in goede en in kwade dagen…

Waarden

Iedereen is uniek. Daardoor hanteert ook iedereen andere waarden in het leven. Waar voor de één onafhankelijkheid een groot goed is, is voor de ander het maken van verbinding juist belangrijk. Deze waarden leveren onderling soms veel onbegrip en gedoe op. Als je een conflict hebt met iemand, dan is de oorzaak daarvan regelmatig een verschil in waarden. De kans is groot dat je allebei denkt… HOE KUN JE ZO ZIJN! De meeste mensen hechten belang aan meerdere waarden; twee à drie daarvan wegen bovengemiddeld zwaar. Dat zijn de primaire waarden. Als één van deze waarden in het gedrang dreigt te komen, word je getriggerd.

Ervaringen

Dat iedereen uniek is wordt onder meer door onze levensloop geïllustreerd. Er is niet één levensloop exact hetzelfde. Onze eigen levensloop bepaalt mede wie we zijn, hoe wij ons voelen, wat wij denken en ook hoe we ons gedragen. Heftige negatieve ervaringen uit het verleden kunnen worden omgezet in triggers in het heden. Als iemand in een situatie komt waarvan het brein vindt dat deze lijkt op een heftige negatieve ervaring uit het verleden, dan doet de situatie in het hier en nu hem herinneren aan dat [mini]trauma. De herinnering aan dit [mini]trauma kan de emotie in heftige mate beïnvloeden; je beleeft het trauma als het ware weer opnieuw. Je reactie is dan vaak niet meer passend bij de reële situatie in het hier en nu, maar heeft meer te maken met de ervaring uit het verleden. Je wordt getriggerd.

TRIGGER, wat gebeurt er precies? #Breinologie

Het brein van ons werkt optimaal als het genoeg mentale energie [rust, slaap, voeding, zuurstof] tot zijn beschikking heeft én tot op zekere hoogte emotioneel vrij is. Op deze momenten heb je alleen nog motivatie nodig. Het brein kan dan alle taken die van hem worden verwacht efficiënt afhandelen. Word je getriggerd, dan ervaar je een heftige emotie. Die emotie doet een aanslag op je breincapaciteit. Hoe heftiger de trigger, des te groter de aanslag op het brein. In het ergste geval schiet het brein in de ‘noodtoestand’. Je bevriest, vlucht of gaat – soms letterlijk – het gevecht aan. Het brein heeft op dergelijke momenten geen enkele capaciteit meer over om te doen wat er van hem wordt verwacht.

Dat willen we natuurlijk het liefst voorkomen, maar hoe?

Wil je toewerken naar een gedragsverandering, dan is het belangrijk dat de leerling zelf hiervoor gemotiveerd is. Zonder motivatie geen resultaat; dat geldt zeer zeker bij gedragsverandering! Is leerling gemotiveerd om zijn gedrag te onderzoeken en aan te pakken, dan is de Welbevindingsgrafiek een handig hulpmiddel. Hiermee breng je samen het verloop van de trigger in beeld. Als dat duidelijk is, kan gezocht worden naar een manier om de trigger te ontmantelen: het Als-dan-plan. Hiermee kun je het brein leren anders te reageren op de trigger. Daardoor kun je voorkomen dat het brein de volgende keer weer in de noodtoestand schiet. #gedragsverandering #als-dan-plan

De Downloads

De Welbevindingsgrafiek en andere hulpmiddelen zijn te downloaden via https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanGedragsregulering | Triggers

Gedragsregulering | Het BreinPannetjes Model

by Wim Bielderman on 16 december 2020 Reacties uitgeschakeld voor Gedragsregulering | Het BreinPannetjes Model
Inzicht in eigen gedrag, gedachten en emoties is de basis voor gedragsverandering. Ook leerlingen hebben dat inzicht nodig om hun gedrag aan te kunnen passen. Het BreinPannetjes Model is hierbij een eenduidig en handig hulpmiddel.

Hoe voel jij je?

Gedrag ontstaat niet zomaar uit het niets. Gedrag ontstaat uit een cocktail van emoties, gevoelens, ervaringen en gedachten. Deze cocktail, de status, is de belangrijkste voorspeller van gedrag. Daarom is het voor jou als leraar belangrijk dat je weet wat de status van de leerling is. Hierbij kan BreinPannetjes Model helpen. Dit model onderscheidt vijf stadia:

1. Ik voel mij prettig, rustig, fijn, in balans, …..
#chill

2. onrustig, ongeduldig, een beetje geïrriteerd, …..
#ikkanmijmindergoedbeheersen

3. geïrriteerd, opgefokt, super ongeduldig, …..
#ikkanmijnietgoedbeheersen

4. kwaad, gestrest, angstig, wanhopig, …..
#ikkanmijnietbeheersen

5. Ik bevries, vlucht of vecht, ik ……
#noodtoestand

Wat moet je weten over het brein? #Breinologie

Er is al veel onderzoek gedaan naar de wondere wereld van het brein. Vrijwel dagelijks worden er nog tal van nieuwe ontdekkingen gedaan en worden onderzoeken gepubliceerd die zeer relevant zijn voor het onderwijs.
Dat emoties een enorme invloed hebben op de werking van ons brein (dus ook dat van de leerlingen) is al jaren bekend. Maar hoe ziet dat er dan uit in de praktijk?

De verschillende BreinPannetjes

Voelt een leerling zich goed, dan is er sprake van BreinPannetje 1: prettig, rustig, fijn, in balans. Het brein van de leerling kan zich volop wijden aan zijn taak. Of het nu om het verwerken van de lesstof, concentreren, samenwerken met klasgenoten of het vertonen van aangepast gedrag gaat, het lukt over het algemeen allemaal prima. Het brein kan gewoonweg alle beschikbare capaciteit inzetten om de leerling te laten doen wat er wordt verwacht.

Helaas voelen sommige leerlingen zich niet de hele dag chill. Stel je voor dat een leerling slecht heeft geslapen, ’s morgens al een vervelend akkefietje met zijn vader heeft gehad en zich ook nog eens moest haasten om op tijd op school te komen. Je kunt je voorstellen dat deze leerling dan op school komt met een BreinPannetje 3 of 4: onrustig, geïrriteerd, opgefokt, super ongeduldig, kwaad, gestrest, angstig, wanhopig. Dat heeft meerdere gevolgen. Zo zal de leerling weinig tot geen mentale energie tot zijn beschikking hebben. Dat maakt het lastig voor hem om te doen wat wordt gevraagd: het verwerken van de lesstof, concentreren, samenwerken met klasgenoten en aangepast gedrag vertonen in de klas. De leerling heeft bovendien nog maar een bijzonder kleine aanleiding nodig om door te schieten naar het BreinPannetje 5.

In deze staat kan de leerling zich niet meer beheersen; hij zal bevriezen, vluchten of het gevecht aangaan. #noodtoestand.

Voorkomen is beter, maar hoe?

Het is eerst en vooral de verantwoordelijkheid van de leerling zelf om ervoor te zorgen dat hij lekker in zijn vel blijft zitten. Hierbij kan een leerling soms echter wel een extra zetje gebruiken. Het BreinPannetjes Model biedt hierbij de oplossing.
Het is helpend als de leerling zijn eigen BreinPannetje herkent. Deze herkenning geeft namelijk informatie aan de leraar en aan de leerling. Weet je het BreinPannetje, dan heb je ook inzicht in het gedrag. Dat is de opening voor gesprek, voor zelfreflectie: vat voel ik, wat denk ik, wat doe ik? Zo kun je via een Als-dan-plan gezamenlijk een strategie vinden waarmee de leerling met BreinPannetje 2, 3, 4 of 5 weer terug kan keren naar BreinPannetje 1. #als-dan-plan.

De taal van het BreinPannetjes Model

Het BreinPannetjes Model en het als-dan-plan is een taal die je in de klas spreekt. Zo kun je met jouw leerlingen snel en efficiënt inzicht krijgen in de achtergronden van gedrag en hen aanzetten tot gedragsverandering bij onaangepast gedrag. #gedragsregulering

Downloads

Er zijn verschillende versies van de Welbevindingsthermometer en overzichten van de  BreinPannetjes beschikbaar.

Deze en andere hulpmiddelen kun je downloaden via https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanGedragsregulering | Het BreinPannetjes Model

Welbevinden in de klas

by Wim Bielderman on 27 juli 2020 Reacties uitgeschakeld voor Welbevinden in de klas

Een leerling komt pas echt tot leren in de klas als deze zich gezien, gehoord en geaccepteerd voelt; het komt de mate van welbevinden van de leerling ten goede. Als leerkracht heb je hierin een sleutelrol. Je kunt hierin aanzienlijk meer bereiken dan je misschien denkt.

De mate van welbevinden in een klas is sterk afhankelijk van het heersende pedagogische klimaat. Maar andersom is dit ook het geval! Als leerlingen individueel een groot (gevoel van) welbevinden ervaren, heeft dit een positief effect op het geheel. Als je dus investeert in alle leerlingen als individu en in de groep in zijn geheel, vergroot je de kans op een open, veilig en kansrijk klassenklimaat. De Cirkel van Welbevinden geeft inzicht in de betekenisvolle aspecten rondom welbevinden in de klas en jouw rol als leraar.

Het 3G-model: de cyclus van gevoel, gedachten en gedrag

De mate van welbevinden is primair afhankelijk van de cyclus van gevoel, gedachten en gedrag.

  • Gevoel: ontstaat op basis van interne prikkels, externe prikkels en emoties.
  • Gedachten: de onbewuste en bewuste denkprocessen.
  • Gedrag: internaliserend of externaliserend gedrag.

Deze cyclus bepaalt hoe jij je op dat moment voelt, wat je denkt en hoe je handelt. Als je dus als leerkracht gedrag wilt veranderen kun je dit bereiken door de prikkeltoevoer, het gevoel en de gedachten te beïnvloeden. Maar hoe doe je dat?

De ontwikkelkrachten

De cyclus van gedrag van leerlingen kan structureel en effectief positief beïnvloed worden. Dit wordt bereikt door de ontwikkelkrachten van de leerlingen – zelfvertrouwen, zelfinzicht, veerkracht en doelgerichtheid – te verstevigen.
Deze ontwikkelkrachten zijn de bouwstenen voor positief, evenwichtig en constructief gedrag.

Vanuit welke houding kun je dat nu het beste doen?

Het vergroten van de ontwikkelkrachten kun je het beste doen vanuit positieve emoties, cognitieve empathie, veiligheid en stabiliteit en taakbewustzijn

Emoties zijn enorm besmettelijk! Als je als leraar veelvuldig vanuit positieve emoties werkt, zal dit dus aanstekelijk zijn voor jouw omgeving, de leerlingen.

Jouw interactie als leraar wordt aanzienlijk effectiever als de leerling verbondenheid ervaart; empathie. De wenselijke houding van een leraar is het tonen van cognitieve empathie. Deze vorm van empathie houdt in dat je de leerling bijstaat vanuit rationele overwegingen [in plaats van emotionele]. Cognitieve empathie wordt ook wel professionele empathie genoemd.

Tot slot: een leerling staat enkel open voor ondersteuning en begeleiding op die momenten dat het voor hem of haar er toe doet. Deze sleutelmomenten zijn het herkennen waard!

Geluk is houden van dat wat je hebt! | welbevinden

Voor informatie over ons trainingsaanbod Welbevinden, Gedrag, Prikkelverwerking en Pedagogisch klimaat in de klas ga naar:

read more
Wim BieldermanWelbevinden in de klas