2021

All posts from 2021

CopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

by Wim Bielderman on 3 juni 2021 Reacties uitgeschakeld voor CopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

De term ‘Coping’ komt van het Engelse werkwoord ‘to cope with’. Dat betekent zoveel als ‘kunnen omgaan met’. Alles wat we met ons brein of onze emotie(s) doen om met een probleem of stress om te kunnen gaan, of omdat we die  problemen willen omzeilen, heet een CopingStrategie. Er zijn actieve, passieve en preventieve CopingStrategieën.

Passieve CopingStrategieën

Met een passieve strategie pak je het probleem niet aan, maar schuif je het voor je uit. Deze strategie zorgt er vaak voor dat je later op een ander gebied ook problemen krijgt. Voorbeelden ervan zijn het wegduiken in eten, alcohol, drugs, winkelen, de digitale wereld, je eigen denkwereld, je eigen gevoelswereld, extreem veel sporten of extreem…….. Maar ook het ontkennen, weglachen of vermijden van problemen, de schuld ervan bij een ander leggen, overmatig piekeren of overmatig veel zorgen maken. Door het hanteren van een passieve strategie probeer je voor jezelf en anderen te ontkennen dat er problemen zijn. Je ‘steekt je kop in het zand’ en hoopt dat het probleem zich vanzelf weer oplost.

Met een passieve CopingStrategie zorg je ervoor dat het 3G-model uit balans blijft.

Actieve CopingStrategieën

Met een actieve strategie pak je het probleem aan. Je zoekt bijvoorbeeld naar oplossingen, anticipeert op het probleem, vraagt om hulp, accepteert de situatie, probeert naast de negatieve ook de positieve kant te zien, stelt doelen en maakt plannen, zet het probleem in het juiste perspectief [helikopterview], hanteert realistische verwachtingen en benadert het probleem vanuit zelfcompassie.

Met een actieve CopingStrategie zorg je ervoor dat het 3G-model meer in balans komt.

Preventieve Strategieën

Met een preventieve strategie ben je problemen voor. Je voorkomt ze, nog voordat ze er zijn. Preventieve strategieën zorgen voor meer balans in je leven
en dragen bij aan meer veerkracht. Bijvoorbeeld door tijd te besteden aan hobby’s, muziek, ontspanning, gezond eten, zelfontwikkeling, zingeving, het doen van leuke dingen, lichaamsbeweging, dierbare mensen. Assertiviteit, het opkomen voor jezelf, helpt daarbij. Durf jij, of durft de ander gevoelens eerlijk te uiten en grenzen aan te geven? Als dat lastig is, is het misschien verstandig om het aan te leren en ermee te oefenen.

Met een preventieve strategie zorg je ervoor dat het 3G-model veerkrachtiger wordt.

Het AlsDanPlan #gewoontepaadjes

Het AlsDanPlan is een effectief hulpmiddel om van een helpende actieve of preventieve CopingStrategie een nieuwe gewoonte te maken. Zo leg je als het ware een nieuw gewoontepaadje van de nieuwe helpende strategie aan in je brein.

Als situatie x gebeurt, dan zal ik y doen

We hebben de meest gebruikte CopingStrategieën verzameld en bijeengebracht op een menukaart. De leerling kan die strategie(ën) uitkiezen die helpend zijn voor hem of haar op moeilijke momenten. De menukaart CopingStrategieën is te vinden via: https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van gedrag, welbevinden, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanCopingStrategieën | Omgaan met lastige situaties

Investeren in mentaal welbevinden: luxe of pure noodzaak?

by Wim Bielderman on 15 april 2021 Reacties uitgeschakeld voor Investeren in mentaal welbevinden: luxe of pure noodzaak?

Het begrip mentaal welbevinden is een makkelijk slachtoffer voor criticasters. WAT EEN OVERDREVEN GEDOE! HET LEVEN IS ECHT NIET ALTIJD FIJN EN GEZELLIG HOOR! ECHT IETS VOOR CURLINGOPVOEDERS EN SOFTIES! Hebben deze criticasters een punt? Is een hoge mate van welbevinden binnen het onderwijs inderdaad een luxe? Of is het echt pure noodzaak?

Nationaal Programma Onderwijs [NPO]

Mentaal welbevinden staat voor de mate waarin iemand zich mentaal goed voelt. Welbevinden gaat dus over lekker in je vel zitten. Maar, net als overal, wordt ook binnen het onderwijs niet door iedereen een hoge mate van mentaal welbevinden ervaren. Het is misschien ook een utopie om te stellen dat dit voor iedereen een haalbaar doel zou kunnen zijn. Het Nationaal Programma Onderwijs [NPO] geeft echter wel ruimschoots aandacht aan, en stelt budget beschikbaar om de mate van mentaal welbevinden te verhogen binnen het onderwijs. Laten we eens een stap terug doen en eerst gaan kijken naar het WAAROM, en daarna wellicht naar het HOE.

Waar doen we het allemaal voor?

Als je de taak van een leraar, de school, het onderwijs zo plat mogelijk slaat, dan is de primaire taak die overblijft het faciliteren van de ontwikkeling van de leerling in de breedste zin van het woord. Het streven is vanzelfsprekend dat we deze ontwikkeling zo optimaal mogelijk willen laten verlopen.  Binnen deze ontwikkeling staat een orgaan centraal: het menselijke brein. De vraag is dus hoe we het brein zodanig kunnen tweaken, dat deze tot optimale ontwikkeling in staat wordt gesteld.

De werking van ons brein

Zelf ben ik er soms een beetje allergisch voor, maar we ontkomen er niet aan om eerst even een kort stukje theorie over de werking van het brein te verkennen. Het menselijke brein kent grofweg drie systemen:

  1. Gevaarsysteem, gericht op bescherming [agressie, angst, afkeer, vechten, vluchten en bevriezen.
  2. Jaagsysteem, gericht op beloning [opwinding, begeren, streven, winnen en consumeren].
  3. Kalmeringssysteem, gericht op verbinding [veilig, kalm, verbonden, vriendelijk, zorgzaam en behulpzaam]

Als het gevaarsysteem of het jaagsysteem overwegend actief is, dan wordt er in mindere of hogere mate stress ervaren. Daarnaast wordt de aandacht vernauwd. Bij beide systemen wordt het lichaam in zijn geheel voorbereid op actie; alle lichamelijke en mentale energie wordt klaargezet om te jagen of het gevaar te bestrijden.

Als het kalmeringssysteem actief is wordt er geen noemenswaardige stress ervaren en is er juist een verbrede aandacht.  Als dit systeem actief is worden de lichamelijke en mentale energie aangevuld; het lichaam wordt voorbereid om zich te ontwikkelen.

De ontwikkeling optimaal faciliteren #waarom

Als we dan weer terug gaan naar ons hoofddoel, het optimaal faciliteren van de ontwikkeling van de leerlingen, dan kunnen we dit alleen verwezenlijken als het kalmeringssysteem overwegend actief is. Alleen als dit systeem actief is heeft de leerling voldoende mentale en lichamelijke energie beschikbaar om te komen tot een optimale ontwikkeling. Met name als het gevaarsysteem actief is, is er simpelweg geen mentale energie meer beschikbaar voor ontwikkeling. Met andere woorden, alleen als de leerling een hoge mate van welbevinden ervaart is deze in staat om zich optimaal te ontplooien. Welbevinden is dan ook geen doel op zich maar het is een harde voorwaarde om te kunnen komen tot leren, om te komen tot een optimale ontwikkeling!

Hoge mate van welbevinden = energie beschikbaar voor een optimale ontwikkeling.

Lage mate van welbevinden = onvoldoende energie beschikbaar voor een optimale ontwikkeling.

De mate van welbevinden verhogen #hoe

Nu we hebben vastgesteld dat investeren in welbevinden geen luxe is, maar pure noodzaak kunnen we ons richten op de hoe-vraag.

De oneindige cyclus van gevoel, gedachten en gedrag ligt aan de basis van welbevinden; op elk moment van de dag. Wil je het welbevinden beïnvloeden, dan is inzicht hierin van primair belang. Zonder inzicht in deze cyclus zit de automatische-piloot van het brein aan het stuur. Je functioneert dan onbewust op jouw instincten en automatismen. Dit kunnen ook niet-helpende automatismen zijn. Inzicht in de cyclus zorgt ervoor dat de controlekamer van het brein bij het proces betrokken wordt. Daardoor krijg je meer controle over jouw eigen eindeloze cyclus van gevoel, gedachten en gedrag; je krijgt dan de mogelijkheid om mee te sturen!

Name it to change it

Het verhogen van dit zelfbewustzijn  is één van de vier ontwikkelkrachten. De overige drie ontwikkelkrachten zijn zelfvertrouwen, doelgerichtheid en veerkracht. Interventies om de mate van welbevinden te verhogen zouden er dus op gericht moeten zijn deze ontwikkelkrachten te versterken.

De vertaling naar de onderwijspraktijk

Om deze ontwikkelkrachten te versterken zijn diverse methodieken beschikbaar. Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer informatie over het HOE?

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanInvesteren in mentaal welbevinden: luxe of pure noodzaak?

De kracht van elementair gedrag

by Wim Bielderman on 4 februari 2021 Reacties uitgeschakeld voor De kracht van elementair gedrag

We leven in een maatschappij waar we ongelofelijk veel kennis en digitale middelen tot onze beschikking hebben. Door die kennis en wetenschappelijke onderzoeken worden onze inzichten vrijwel dagelijks aangevuld. Dat geldt ook voor ons inzicht in gedrag van onze leerlingen, van onszelf en in de klas. Dat heeft echter een keerzijde. We verdwalen in een kennisoerwoud, juist door die enorme hoeveelheid beschikbare kennis. We zijn de basis van gedrag uit het oog verloren. In dit artikel gaan we daarom juist op zoek naar die basis van gedrag en terug naar de kracht van elementair gedrag.

De werking van ons brein

Al ons gedrag kent zijn oorsprong in ons brein. Vanuit het brein wordt ons gedrag aangestuurd. Hoe ziet dat er dan fysiologisch uit? Als je iets voor het eerst doet, als je voor de eerste keer bepaald gedrag vertoont, dan wordt er in jouw hersenen een verbinding aangemaakt tussen hersencellen. Deze verbinding is erg fragiel. Zou je het gedrag nooit meer vertonen, dan verdwijnt deze summiere verbinding zelfs in de loop van de tijd. Maar wanneer je het gedrag wel herhaalt, versterk je elke keer dat je dat doet de aangelegde verbinding tussen deze hersencellen. Wat eerst een fragiele verbinding was, wordt na vele malen herhalen van het gedrag een degelijke verbinding in de hersenen. Zelfs zo stevig dat je het gedrag kunt vertonen zonder dat het je veel energie kost. Het gaat je makkelijk af: je hebt het gedrag geautomatiseerd. Je vertoont dit gedrag nu vanuit de automatische-modus. #gewoontepaadje

Wat fijn! #efficiënt

Dat we ons gedrag kunnen automatiseren heeft zo zijn voordelen. Functioneren kost zo maar beperkt energie; heel efficiënt! Dit geldt zeker als je constructief oftewel helpend gedrag hebt geautomatiseerd. Heb je jezelf bijvoorbeeld geleerd om door te zetten en opnieuw te beginnen als iets even niet lukt, dan ondersteunt dit gewoontepaadje je ontwikkeling.

De keerzijde…

Heb je echter een gedragspatroon waarin het je gewoonte is om een ander een flinke tik te geven als je boos bent, dan werkt het geautomatiseerde gedrag, dit gewoontepaadje tegen je. Dit gedrag in de automatische-modus is niet-helpend; het belemmert je in je ontwikkeling.

Trap op, trap af gedrag

Al ons gedrag is terug te brengen tot deze twee soorten. Trap-op gedrag is constructief en helpend gedrag; trap-af gedrag is destructief en niet-helpend gedrag. Heb je in je leven veel trap-op gedrag geautomatiseerd, dan kun je terugvallen op een degelijke, helpende basis van gedragspatronen, van gewoontepaadjes..

Het geautomatiseerde trap-op gedrag werkt als het ware voor jou. Je kunt jezelf erg makkelijk ontplooien; je hoeft er weinig energie en moeite in te steken. Dat komt omdat je je het helpende gedrag ooit al eens hebt eigen gemaakt; je kunt het op de automatische piloot!

Bestaat jouw geautomatiseerde gedrag vooral uit trap-af patronen, dan werkt het andersom. De basis van je gedrag is niet helpend en werkt dan tegen je. Je saboteert jezelf als het ware doordat je gebruik maakt van destructief gedrag. Kies je toch voor trap-op gedrag, dan kost dat ongelofelijk veel energie en moeite. Het trap-op gedrag is niet geautomatiseerd; je kunt het niet ‘vanzelf’.

Gedrag + gedrag + gedrag + ….. = uitkomst

Eenvoudig gezegd komt het er dus op neer dat je met jouw gedragspatronen de uitkomst van je leven sterk beïnvloedt. Met andere woorden: loop je elke dag de trap af, dan eindig je onderaan de trap. Loop je structureel de trap op, dan stijg je tot grote hoogte!
De verantwoordelijk voor de uitkomst ligt dan ook primair bij jezelf. Jij bent verantwoordelijk voor jouw gedrag, jouw patronen, jouw gewoonten, het verwezenlijken van jouw dromen.
Jij bent ook de enige die dit kan veranderen. Wat kun je dan doen, als je een andere uitkomst wilt?

Gedrag veranderen #herbedradenvanjouwbrein

Wil je een andere uitkomst, dan is het van belang om geautomatiseerd trap-af gedrag, jouw gewoonten om te buigen naar trap-op gedrag. Geautomatiseerd gedrag dat er voor zorgt dat je trap-af keuzes maakt, leer je niet zomaar af. Alleen het voornemen om het vanaf nu anders te doen, werkt niet. De weerstand en de kracht van jouw elementaire, basis gedrag is daarvoor te groot.
Het vraagt veel inzet [moeite], inzicht en doorzettingsvermogen [energie] om de trap-af gedragsgewoonten te veranderen. Een handig hulpmiddel bij het ontwikkelen van het gewenste trap-op gedrag is het AlsDanPlan. Een AlsDanPlan kan het veranderproces concretiseren en ondersteunen.

Rewire your brain | Herbedraad jouw brein!

AlsDanPlan

Het doel van een AlsDanPlan is om de niet-helpende verbindingen in je brein te veranderen in helpende verbindingen. Met andere woorden: je vervangt het geautomatiseerde, destructieve trap-af gedrag, oude gewoontepaadje door constructief trap-op gedrag, dat je gaat automatiseren door het te herhalen. Hierdoor kun je dit helpende trap-op gedrag uiteindelijk vanuit de automatische-modus uitvoeren. #nieuwgewoontepaadje

Hiervoor gebruiken we de volgende formule:

Als situatie x gebeurt, dan zal ik y doen

In het AlsDanPLan leg je dus vast in welke situatie je welk gedrag wilt automatiseren. Daarbij maak je de situatie concreet door deze vast te leggen, met de daarbij behorende emoties en gedachten. Het gewenste nieuwe gedrag wordt omschreven inclusief eventuele hulplijnen. Deze hulplijnen kun je inschakelen om het veranderproces te ondersteunen. Voorbeelden van hulpzijnen zijn het vastleggen van helpende gedachten, hulp vragen aan een vriend of een leraar enz.

Hoe zit het dan met niet-helpende gedachten en gevoelens?

Als je niet-helpende gedachten of gevoelens wilt vervangen door helpende gedachten of gevoelens, kun je gebruik maken van dezelfde strategie. Voor gedachten en gevoelens werkt het namelijk exact hetzelfde als voor gedrag.
Je gebruikt dan de volgende formule: als situatie x gebeurt, dan zal ik y denken; of:  als situatie x gebeurt, dan zal ik y denken en z doen; of: als in mij z voel, dan zal ik y denken en z doen.

Tenslotte #samenvatting #hersenkrakers

Door te denken vanuit helpende en niet-helpende hersenverbindingen benader je gedrag vanuit de basis. Nieuw en oud onderzoek geeft ons veel inzicht in deze verbindingen in de hersenen. Onderstaande feiten gelden voor alle verbindingen in ons brein. Sommige geven stof tot nadenken….

Iets wat je vaker doet of denkt:

  • kost weinig energie #ookalshetdestructiefis
  • voelt goed en prettiger #ookalshetdestructiefis
  • doe je vanuit de automatische-modus, zonder er bewust bij na te denken #ookalshetdestructiefis

Iets wat je nog niet hebt gedaan of gedacht:

  • kost veel energie #staatontwikkelindeweg
  • voelt niet goed, niet prettig, roept verzet op #ookalshetconstructiefis
  • kun je niet vanuit de automatische-modus doen of denken; je moet er bewust mee aan de slag.

Iets wat je vaker doet of denkt voelt goed en prettiger #ookalshetdestructiefis

De kracht van elementair gedrag

Als het om gedrag gaat, zou deze elementaire wijze van denken en handelen het uitgangspunt moeten zijn. Wanneer je deze benadering vervolgens aanvult met de kennis vanuit het kennisoerwoud, werk je aan duurzame gedragsregulering en maak je optimaal gebruik van de kracht van elementair gedrag!

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanDe kracht van elementair gedrag

Prikkelverwerking | Breinologie voor leraren

by Wim Bielderman on 12 januari 2021 Reacties uitgeschakeld voor Prikkelverwerking | Breinologie voor leraren
Overprikkeling is een bekend begrip binnen het onderwijs. De tegenhanger onderprikkeling is minder bekend. Maar hoe zien de verschillende vormen van prikkelverwerking er eigenlijk precies uit? Hoe ontstaan ze? Hoe kun je hierin sturen; wat kun je doen? En, ook belangrijk, wat moet je juist niet doen?

De prikkelverwerking: iedereen is anders

De wijze waarop binnenkomende prikkels vanuit de zintuigen door het brein worden verwerkt gaat bij iedereen net iets anders. Als de verwerking heel veel anders verloopt dan bij de gemiddelde mens wordt er soms gesproken van een stoornis zoals ADHD/ADD of autisme. Prikkelverwerking verloopt echter bij niemand hetzelfde. Iedereen is uniek. Dat geldt ook voor onze prikkelverwerking.

Uit onderzoek blijkt dat ruim 30% van de leerlingen binnen het Nederlandse onderwijs op een of andere manier problemen op school ervaart door de manier waarop zij de binnenkomende prikkels verwerken.

Dat is niet alleen erg lastig voor deze leerlingen zelf, maar komt ook in meer of mindere mate tot uiting in hun gedrag en schoolprestaties.

Prikkelverwerking in hoofdlijnen

Gemiddeld genomen krijgen onze zintuigen 11.000.000 prikkels per seconde binnen. Al deze 11.000.000 prikkels worden doorgegeven aan ons brein. Laat dit even tot je doordringen: 11 MILJOEN PRIKKELS, PER SECONDE.…….

Gelukkig is ons brein op deze taak voorbereid. Maar hoe verwerkt het brein deze stortvloed aan prikkels? Het laat deze prikkels eerst filteren door ons central executive. Dat ‘zeeft’ de binnenkomende informatie en geeft vervolgens alleen de voor ons relevante prikkels door.

Gemiddeld laat het filter 0,0003 % van alle binnenkomende prikkels door.

Deze gefilterde prikkels worden doorgesluisd naar ons bewustzijn. Met andere woorden: deze prikkels nemen we bewust waar. Een deel van ons brein wordt dus voortdurend gevuld met nieuwe prikkels; gemiddeld zo’n 33 PER SECONDE!

Ons filter

Ons central executive is dus ons filter en dat werkt zeer efficiënt. Wordt jouw naam ergens genoemd? Grote kans dat deze prikkel je bewustzijn bereikt. Wordt over een schoolproject gesproken waar jij onderdeel van uitmaakt? Zeer waarschijnlijk dat deze prikkel jouw bewustzijn bereikt.
Het central executive filtert uit die 11.000.000 prikkels dus datgene, wat voor jou van belang is. Daardoor komt het ook dat mensen in een drukke treincoupe soms prima kunnen werken; ondanks de drukte komen maar weinig prikkels door het filter. Ga je in een drukke ruimte zitten, waar veel bekenden zijn en waar over projecten wordt gesproken die jou aangaan, dan kun je je minder goed concentreren. Het filter laat dan meer prikkels door omdat het deze voor jou van belang acht.

Maar we waren toch uniek?

Tot zover het verhaal over de gemiddelde mens en de gemiddelde leerling. Die bestaat overigens niet. De leerlingen die tegenover ons in de klas zitten zijn geen van allen gemiddeld; ook niet in de manier waarop zij hun prikkels verwerken. Net zo min bestaat de gemiddelde leraar of de gemiddelde mens.

Het verschilt bijvoorbeeld per persoon hoeveel procent van de prikkels door het filter wordt tegengehouden. Gemiddeld is dat 99,9997%, maar het filter is niet bij iedereen even dik en laat bij de één meer prikkels door dan bij de ander. Worden relatief meer prikkels doorgelaten, dan wordt het brein ook zwaarder belast. Bovendien: die 11.000.0000 prikkels per seconde is maar een gemiddelde. Er zijn ook situaties waarin het brein wel 36 miljoen prikkels per seconde te verwerken krijgt; bijvoorbeeld tijdens een drukke les of een leswisseling. En heeft je brein een dunner filter, dan geeft het standaard meer prikkels door aan het bewustzijn. Is jouw brein gevoeliger voor bepaalde soorten prikkels, dan raak je snel overprikkeld van bijvoorbeeld sterke geuren, harde geluiden of een onverwachte aanraking.

Als je dit weet, dan kun je je voorstellen dat voor mensen met een dunner filter sommige situaties een enorme aanslag zijn op het brein.  #overprikkeling

Bij leerlingen die last hebben van overprikkeling is in hun brein nauwelijks meer ruimte voor andere breintaken, zoals het verwerken van lesstof, werken aan een verslag of het naar behoren gedragen.

De uiterste vorm

Als het brein door overprikkeling helemaal geen ruimte meer heeft voor andere taken, treedt een noodprotocol in werking. Het brein bevriest, vlucht of gaat [soms letterlijk] in gevecht. Op die momenten is er maar één remedie: uit de situatie en ‘afkoelen’.  #ontprikkelen

Hoe kun je dit voorkomen?

Het liefst wil je dit soort situaties natuurlijk voorkomen, maar hoe?
De primaire verantwoordelijkheid voor het reguleren van de prikkelverwerking ligt bij de leerling zelf. Soms heeft een leerling echter niet genoeg zelfinzicht of voldoende hulpmiddelen tot zijn beschikking om dit helemaal zelf te realiseren. In dat geval kan laagdrempelige ondersteuning vanuit school erg effectief zijn.

Er zijn verschillende manieren om overprikkeling te voorkomen. Denk hierbij aan:

  • het op peil houden van de mentale energie door goede voeding, voldoende rust, slaap en zuurstof;
  • het verlagen van het aantal binnenkomende prikkels door de situatie aan te passen of de inzet van prikkelverlagende hulpmiddelen.

Prikkelverwerking voor gevorderden

Verschillende vormen

Het tegenovergestelde van overprikkeling is onderprikkeling. Ook dat bestaat. Als het brein te weinig geactiveerd wordt, gaat het zelf actief op zoek naar opvulling. #afleiding

Heeft de leerling iets anders aan zijn hoofd? Begrijpt een leerling de lesinhoud al na de eerste vijf minuten van de les? Is de les niet activerend genoeg? Dan gaat het brein onbewust actief op zoek naar afleiding.

Over- en onderprikkeling kennen elk twee vormen. De verschillende vormen van over- en onderprikkeling lijken soms veel op elkaar, maar vragen elk een eigen aanpak.

Overprikkeling | Prikkel-bewust

De klassieke vorm van overprikkeling is ‘prikkel-bewust’. Deze vorm van overprikkeling is goed zichtbaar aan de buitenkant. Kenmerken:

  • Opmerkzaam, gevoelig, let op details, kieskeurig;
  • Reageert geprikkeld, boos, geïrriteerd;
  • Schiet snel in het rood;
  • Kan slecht tegen grappen en als iets niet volgens de regels gaat;
  • Is star en niet flexibel;
  • Snel afgeleid, vraagt anderen stil te zijn.
Uiterste vorm: overprikkeling prikkel-bewust

Overprikkeling | Prikkel-vermijdend

Deze vorm van overprikkeling is minder goed zichtbaar aan de buitenkant. Leerlingen die hier last van hebben trekken zich een beetje terug. Kenmerken:

  • Serieus, netjes, routinematig, geordend en vasthoudend;
  • Probeert de situatie te controleren;
  • Verzet zich tegen veranderingen;
  • Vermijdt onvoorspelbare situaties;
  • Is star en niet flexibel;
  • Zoekt een rustige plek;
  • Schermt zich af voor prikkels.
Uiterste vorm: overprikkeling prikkel-vermijdend

Onderprikkeling | Prikkel-zoekend

Deze vorm van onderprikkeling is goed zichtbaar aan de buitenkant. Kenmerken:

  • Enthousiast, vrolijk, nieuwsgierig;
  • Vernieuwend en expressief;
  • Druk, wild, tikken, wiebelen en friemelen;
  • Vraagt aandacht, stelt veel vragen;
  • Praat, loopt door de klas;
  • Snel afgeleid, van de hak op de tak;
  • Ongeorganiseerd.
Uiterste vorm: onderprikkeling prikkel-zoekend

Onderprikkeling | Prikkel-onbewust

Deze klassieke vorm van onderprikkeling is ook minder goed zichtbaar aan de buitenkant. Leerlingen die hier last van hebben trekken zich ook een beetje terug. Kenmerken:

  • Onopvallend, gemakkelijk in omgang, flexibel, humor;
  • Maakt zich niet snel druk, ongeorganiseerd;
  • Dromerig, verward, onopmerkzaam;
  • Vraagt geen aandacht;
  • Lijkt afwezig, reageert niet op aanspreken;
  • Dwaalt makkelijk af;
  • Krijgt instructie niet mee, taak niet af.
Uiterste vorm: onderprikkeling prikkel-onbewust

De vormen lijken soms wel op elkaar, maar de oorsprong is verschillend. Als je niet goed weet waar je op moet letten, kun je verkeerde conclusies trekken en is een vergissing snel gemaakt.

Regelmatig wordt onderprikkeling voor overprikkeling [of andersom] aangezien. Het gevolg is dat je, met de beste bedoelingen, hulpmiddelen inzet om over- of onderprikkeling te voorkomen, maar juist een averechts effect bereikt. Zet je bij onderprikkeling bijvoorbeeld een geluiddempende koptelefoon in, dan wordt de onderprikkeling alleen maar erger. Of er wordt bij overprikkeling een wiebelkussen ingezet…. JJe kunt je voorstellen dat de inzet van deze hulpmiddelen dan niet veel goeds doet voor het welbevinden van de leerling! Daarom is het zo belangrijk dat je weet met welke vorm van over- of onderprikkeling je te maken hebt.

Poster Prikkelverwerking met informatie en hulpmiddelen


Wij hebben een poster ontwikkeld waarmee je goed zicht kunt krijgt op de verschillende vormen van prikkelverwerking en de hulpmiddelen die je daarbij effectief kunt inzetten.
De poster is te downloaden via https://www.ontwikkeltaal.nl/downloads/.

 

Wil je meer inzicht in de achtergronden van welbevinden, gedrag, mogelijk aanpakgedrag en beschikbare effectieve hulpmiddelen? Kijk dan bij onze artikelen, downloads en naar ons aanbod [team]trainingen op ontwikkeltaal.nl.

read more
Wim BieldermanPrikkelverwerking | Breinologie voor leraren